Hoe klimaatverandering migratie binnen Europa afdwingt.
In deze blog lees je hoe migreren binnen Europa met een camper in de praktijk gaat. Waar verblijf je in de winter en wanneer ga je richting het zuiden of het noorden? Dit gedrag is steeds meer te zien onderweg. Eerst zien we welke routes er zijn en kijken we hoe klimaat vriendelijk dit reizen is. Daarna een kijkje in de toekomst met de gedachte dat onze soort al meerdere klimaat veranderingen heeft meegemaakt. Migreren was altijd de oplossing. Nu blijkt dat migreren in Europa geen optie is. De blog sluit ik af met te vertellen wat mijn persoonlijke oplossing is. Een nomaden bestaan blijkt niet de oplossing. Mijn oplossing lees je onderaan de blog.
Voorbeeld van klimaat migratie binnen Europa.
Afgelopen winter was Portugal mijn gedroomde verblijfplaats. Digital nomads zijn daar in overvloed. Waarom? Het mobiele netwerk is er zeer goed. Je koopt er simkaarten met onbeperkt mobiel internet voor €1 per dag.
Met een camper in de binnenlanden heb je vrijwel altijd een 4G+ verbinding. Het winter klimaat is er mild zolang je onder de 1000 meter blijft. Daarboven dalen ’s nachts de temperaturen snel onder nul en regelmatig is er neerslag. Aan de kust is het klimaat het meest aangenaam. Alleen te druk naar mijn bescheiden mening.
De kust brengt ongewenste klimaat belasting met zich mee zoals betaalde pleisterplaatsen met collectieve afval verwerking en riool afvoer. Voor mij geen betaalde ‘digital nomad hub’ met vele andere digital nomads.
Er bestaan in Portugal prima mogelijkheden om ‘off grid’ te leven en rond te trekken. Mits je een zonnepaneel op je dak hebt. Water is in de winter ruim voorhanden in bronnen, beken en op marktpleintjes. Helder bronwater en vaak al in de middeleeuwen in gebruik genomen. De poep en de plas moet je opvangen en composteren in de vrije natuur.
Half februari wordt het te warm in Portugal. Dagen lang boven de 25 graden is voor een camper te warm indien je geen airco gebruikt. Op 14 februari begon voor mij de jaarlijkse trek naar het noorden.
Via de Zuid- Spaanse provincie Extremadura naar de Franse Pyreneeën. Verder langs de Atlantische oceaan naar Bretagne. Een gigantisch schiereiland in de Atlantische oceaan waar het normaal gesproken in de zomer 20 graden blijft. Dit voorjaar was het er in mei al 25 graden. Ook bleek het eiland langzaam door de oceaan te worden afgekalfd.
Lees hier hoe de Bretonse bevolking dat probeert te voorkomen.
Dit jaar ging het snel verder richting het noorden door eind mei, begin juni via Nederland naar Scandinavië te trekken. In Denemarken ontsieren de windmolenparken de zuid- west kust die ik volg richting het uiterste noord- oostelijke Frederikshavn.
Met die windmolenparken lukt het Denemarken niet om hoog te scoren op het gebruik van hernieuwbare energie. Op de infographic hieronder zie je dat Denemarken in de Europese middenmoot eindigt terwijl Zweden koploper is.
De overtocht per boot is duur maar duurzaam. We delen de CO2 voetafdruk met de overige passagiers en drukken de kosten door de nachtafvaart te nemen. Om 00:15 uur vertrekken we en met de midzomerzon als oranje gloed boven de noordelijke kim varen we naar Götenburg.
Verder naar het noorden gaan we. De hittegolf achtervolgt de noordwaarts trekkende klimaatvluchtelingen. Pas op de 63ste noorderbreedte graad komt de temperatuur niet meer boven de 20 graden. Dat is halverwege Zweden. Vanaf Parijs zo’n 2500 kilometer noordelijk. Niet klimaat vriendelijk en ook financieel niet aantrekkelijk. Maar wel een voorbeeld van klimaat migratie binnen Europa.
En geloof mij, we zijn niet de enige! Elk jaar kom ik steeds meer klimaat trekkers per camper tegen. Lees hier onder waarom dit niet zo door kan gaan en wat mijn plan is hier zelf iets aan te veranderen.
Waarom migreren binnen Europa eigenlijk niet kan.
De onderste info graphic laat zien dat Frankrijk en Spanje veruit de grootste landen zijn in Europa. Tel daar Italië als middenmoter bij op en je hebt een enorm gebied in Europa. Volgens de schattingen in de European State of the Climate 2021 neemt de druk op de bevolking van deze landen elk jaar toe. Onderzoekers hebben het dan over droogte, hitte stress en extreme neerslag.
De natuur heeft er op lange termijn geen last van. Processen van klimaatverandering bestaan al langer dan mensenheugenis. De natuur heeft alle klimaatveranderingen sinds de oerknal overleeft. Enkele soorten alleen niet, zoals bijvoorbeeld de grote land zoogdieren en de mega vegetatie die op het noord Amerikaanse werelddeel voorkwam.
Maar wij zijn ook een soort. En onze soort heeft zich sinds mensenheugenis altijd weten te redden door migratie. Werd het koud, trokken we rustig richting het zuiden, werd het warmer gingen we fluitend terug naar het noorden. Zo hebben we het wereldwijd zo’n 12.000 jaar lang opgelost.
Je voelt het al aankomen. Hier hebben we een migratieprobleem.
Stel dat we het prima vinden dat iedereen overal mag wonen en werken. Dan nog passen er gewoon niet voldoende burgers in de noordelijke staten. De zuidelijke landen zijn niet alleen de grootste landen maar herbergen ook nog eens vrijwel de meeste burgers. En dan tellen we de gematigde noordelijke landen zoals Duitsland en Polen niet eens mee.
Massale migratie is geen optie, tenminste niet binnen Europa. Zweden heeft wel de ruimte. Daarom reis ik er nu rond en ervaar pas na mijn 50ste levensjaar wat ruimte in een land betekend. Het staat voor mij gelijk aan kwaliteit van leven.
Zoals hitte stress in het zuiden wordt veroorzaakt door veel warmte wordt sociale stress denk ik veroorzaakt door veel mensen op één plek.
Mijn oplossing: Klimaat vluchteling emigreert van zuid naar noord Europa.
Op het hoogtepunt van de coronacrisis in het najaar van 2020 vertrok ik uit Nederland richting zuid Europa. Inmiddels reis ik nu weer richting het zuiden.
Op de 63ste breedtegraad was het noordelijk genoeg naar mijn smaak. Het leven zo ver naar het noorden past niet bij mij. Ik houd van ongerepte natuur maar wel zonder muggen.
Het nomadenbestaan heeft mij geleerd dat identiteit iets is wat wordt opgelegd door de omgeving waarin je leeft. Familie, collega’s en de cultuur waarin je opgroeit of waar je onderdeel vanuit maakt.
Nomaden leven in kleine groepen van maximaal 150 mensen. Boven dat aantal zijn de sociale banden niet meer goed te onderhouden. Maar die groep geeft hen wel hun identiteit. Mijn identiteit is niet die van een nomade. Het klinkt wel hip ‘digital nomad’ maar de enige overeenkomst met een nomade is het reizen.
Mijn identiteit heeft dan ook veel meer weg van een reiziger met wortels in de westerse samenleving. Ja ik vind het heerlijk om een lange warme douche te nemen. Om vrijelijk in en om mijn huis te bewegen met alle privacy die daarbij hoort. En om het toilet door te spoelen in plaats van heel ecologisch verantwoord mijn poep te composteren in de vrije natuur.
Hier in het noorden hoop ik op ‘best of both worlds’. Een vrij bestaan met weinig mensen per vierkante kilometer om mij heen. Een eigen plek met privacy en stilte om mij heen. Zelf noem ik het een monniken bestaan. Hier in Zweden heb ik voor het eerst het gevoel dat het kan. Een duurzame toekomst in de natuur. Zonder elk jaar van zuid naar noord en van noord naar zuid te migreren.
Geen hitte stress of extreme droogte. Geen sociale stress door veel mensen per vierkante kilometer. Wel heel veel vrije natuur. Een sociaal stelsel waarbij het allemansrecht als voorbeeld geld van verdraagzaamheid en delen. Kort samengevat mag je volgens dat recht gewoon overal komen zolang je anderen niet lastigvalt.
Na ruim 7 jaar rondreizen in Europa lijkt het dat Zweden een nieuw thuisland zou kunnen worden. Het is nu begin augustus en vorige week in het noorden was het ’s nachts al 1,5 graad. Ook dat past niet bij mij. Daarom lijkt het zuiden van Zweden de regio waar een vaste stek voor mij zich zou moeten bevinden.
Dat is alsnog een enorm gebied. Ooit zei iemand tegen mij:
Hoe dichter je bij jezelf blijft, hoe groter de kans op een gelukkig leven”.
Daarom zal de zoektocht naar een eigen plek gericht zijn op een klein huisje met alles erop en eraan. Geen boomstammen hut ergens diep in de Zweedse bossen. Maar een gewoon huisje wat ergens alleen staat op een flink stuk grond. Dicht bij de vrije natuur. Ergens waar het gewoon winter is zonder extreme hoeveelheden sneeuw en temperaturen onder de -20 graden. Een plek waar het in de winter om vier uur ’s middags donker is en in de zomer om 3 uur ’s nachts de zon opkomt. Gewoon omdat het zo is. Maar verder mag het heel gewoontjes zijn.
Zolang het er maar oorverdovend stil is.